Eelkesweblok

Friesland Post

Inkeld skriuw ik wolris in kollumke oer it skûtsjesilen foar de Friesland Post

Meindert

Meer dan de helft van de SKS-skûtsjevloot maakte eind mei de begrafenis mee van Meindert de Groot. De Staverse schipper, 72 jaar,  was 27 jaar lang schipper op het Súdwesthoekskûtsje. Hij droeg in  2008 het helmhout over aan de huidige schipper en zoon Auke de Groot. Maar als je enkel zegt dat Meindert de Groot schipper op een skûtsje was, dan doe je hem veel te kort. Het verhaal begint al bij zijn vader Auke, die een jaar er voor op ruim 90 jarige leeftijd overleed. Maar die had al zitting in het bestuur van de SKS, toen Stavoren waar de Groots hun thuisbasis hebben, nog niet eens een wedstrijd organiseerde. Auke de Groot was een soort van beschermengel voor mannen als Klaas van der Meulen, Ulbe Zwaga en Douwe Visser, en vele andere skûtsjeschippers. Hij was zelf ook (tanker)schipper, maar tegelijk zeilmaker. Zijn zeilen waren vertrouwd, zeker in de jaren ’50, toen de schippers hielden van vlakke zeilen waarmee je hoog aan de wind kon. Bovendien was Auke bereid om na elke skûtsjewedstrijd een of twee zeilen mee te nemen en ‘s nachts te verbeteren zodat er de volgende dag weer optimaal mee gezeild kon worden. Bedenk dat het de jaren van de zware katoenen zeilen waren. Auke de Groot was niet alleen zeilmaker, ook vaak bemanningslid. En een vriend.

Vanzelfsprekend haalde hij de skûtsjewedstrijden naar Stavoren toe. Daar hadden die andere skûtsjeschippers helemaal geen zin in. Skûtsjes zijn immers niet gebouwd zijn voor het IJsselmeer, dat afstamt van de zee. Maar om Auke kwamen ze toch naar Stavoren. En hoewel de wedstrijd daar heel vaak niet is doorgegaan. Normaal is windkracht zeven een criterium, in Stavoren ga je bij westenwind vijf al nat. Toch zijn de schippers blijven komen. Nu is Stavoren een vaste plaats in het SKS-skûtsjecircus met een enorm aantal toeschouwers op de dijk. Niet meer weg te denken.

Meindert de Groot was alleszins een opvolger van zijn vader. Zijn leven lang stond in het teken van het Súdwesthoekskûtsje, altijd was hij daarmee aan  de gang.  Het skûtsje ontstond in 1957 door een verbond van wat mensen uit de hele Zuidwesthoek, waaronder Auke de Groot. Maar in de loop der jaren heeft enkel de familie De Groot het skûtsje in stand gehouden. Ze lieten er in eerste instantie allemaal andere schippers op varen, maar tenslotte zei Meindert “dan stuur ik zelf wel”. Wedstrijdvaren is proberen te winnen. Dus tenslotte huilde de hele familie toen het oude Súdwesthoekskûtsje werd ingeruild voor een nieuwe Súdwesthoek, waar wat meer resultaat in kon zitten. Maar de foto van Meinderts zijn volgschip met aan beide zijden een Súdwesthoekskûtsje stond op de rouwkaart. En met tranen in de ogen kwam de vloot naar de begrafenis. De familie de Groot was en is niet een binnenschippersfamilie zoals de Brouwers, Zwaga’s of Vissers dat waren. Maar ze zijn toch in de familie opgenomen. Want familiegevoel is nog altijd het sterkste bindingselement in de SKS.


 

GEROMMEL

Als inwoners van Fryslân moeten aangeven wat ze de meest typisch “Fryske” zaken vinden, staat skûtsjesilen bij de eerste drie. Meestal tussen de taal en Elfstedentocht. Dat hadden die schippers in de zomer van 1944 niet kunnen bedenken. Aangestoken door een of ander geheimzinnig virus haalden ze toen hun heilige schepen onder het riet vandaan. Daar waren ze in verscholen tegen de Duitse eis om ijzer. Ze brachten de skûtsjes naar Earnewâld. Op 19 augustus 1944 werd daar een heuse wedstrijd gehouden. Met schippers en  bemanningen die soms ondergedoken waren. Ze waren daar gewoon. En niemand verstoorde het feestje, het gevoel. Dus toen architect Gerben van Manen van Drachten en notaris Klaas Kingma van Dokkum, die daar ook waren, overgingen tot het uitschrijven van een vergadering terwijl de laatste Duitsers nog werden weggevoerd in juni 1945, waren ze er allemaal weer. De Sintrale Kommisje Skûtsjesilen, de SKS, was geboren. Augustus 1945 werd de eerste kampioen Kaas van der Meulen al gekroond.

Ruim 70 jaar daarna bestaat de SKS nog. En is nog steeds heel levendig. Het zijn nog steeds mensen van de wal die samen met de Friese beroepsschippers het feestje bouwen. Ze bepalen zelf en hebben bepaald op welke wijze ze dat doen. En natuurlijk liggen die oude schippers van 1944 in de grond om te rollen van woede. Vergetend dat als er in 1945 roestvrij staal en dakron was geweest, dat zij dat ook zouden hebben gebruikt voor wanten en zeil.

In de loop van die zeventig jaar is er wel veel veranderd. Voorbereiding. Ja de oude Klaas van der Meulen deed het stukje tegen de wind op het kanaal naar Heeg in vijf slagen. Maar hij keerde zijn geladen schip en deed het nog eens. Want hij vond dat het in vier moest kunnen. Dat kon hij. Zijn zoon Teake van der Meulen begon in 1989 met elke donderdagavond oefenen (het woord trainen werd niet gebruikt) tegen Allard Syperda, de IFKS-er. Dat werd snel door de rest van de vloot overgenomen en uitgebouwd.  Maar Douwe Visser van Sneek gaf de extra impuls. Hij bouwde een skûtsje bemanning als was het een prof voetbalclub. Dat had een wezenlijk resultaat. Er is een aantal jaren geweest dat bij het door der wind gaan Douwe Visser elke keer tien tot vijftien seconden won op welk schip dan ook. Douwe werd meerdere keren kampioen.  Andere schippers gingen  niet bij de pakken neer zitten. Natuurlijk, ze zeiden luidop wel dat die Douwe toch niet te pakken was. Maar ze werkten er stiekem aan. Zo hebben ze ook anders soortige en betere bemanningen  gevormd. Ze steken meer geld in de zeilen, want dat zijn de motoren van een skûtsje. Ze oefenen ook net zo vaak als Sneek. Gevolg: die tien seconden zijn er niet meer.  Zo wordt skûtsjesilen 2016 uiterst spannend, net als vorig jaar.

Overigens: er waren vorig jaar zeven nieuwe zeilen gemaakt voor SKS skûtsjes. Er is echter slechts eentje van gebruikt. Dat deed diezelfde Douwe Visser. En al gebruikte hij de tweede week toch weer de oude fok, hij zette door met het zeil. Zei tot mijn ontzetting iets in de orde van “één worden met m’n zeil”. Hij bedoelt: leren kennen. Dat is toch wel de uiterste professionaliteit.

Maar wat gebeurt er nu met die andere nieuwe zeilen? Er zijn dit jaar ook al weer een paar bijgekomen, het geld lijkt te groeien in de skûtsjes als verboden hasj. Al die schippers die moeten ‘’één gaan worden met hun zeil”.

Ik hoor wat gerommel op die skûtsje tribune in de hemel.