Dit bin kollums dy’t ik skriuw foar it moanlikse blêd Groot Sneek
Takken
De mannen (misschien zijn er ook vrouwen bij) van gemeentewerken Súdwest-Fryslân hebben het druk. Het is een klote winter. Dat betekent dat ze ’s middags om vijf uur al aan het zout strooien zijn en daar pas de volgende ochtend om negen uur mee op kunnen houden. Ze moeten wel, anders krijgen ze een gele of rode codekaart.
Tegelijk hebben ze overdag de gemeente ontdaan van oude takken. We hebben gelukkig nog vele bomen, dus dat is een geweldig werk. Met groot materieel staan ze dus de hele dag heel veel mensen in de weg. Maar ze moeten zagen. Takjes, nee takken afzagen. Dan ergens neer gooien. Later versnipperen. Dan brengen ze dat spul naar Bolsward. Daar mogen wij dan gratis weer een emmertje vol van ophalen. Er zit namelijk veel voeding in de snippers, dus dat kun je mooi over je tuintje strooien. Dat heet circulaire economie, alles wat je anders weggooide (of in de Peaskebulte aan het vuur prijsgaf) kan nu toch weer worden gebruikt.
Ook weer niet compleet circulair. Je rijdt nu namelijk door een kale gemeente. Het is niet te geloven wat er allemaal weggezaagd en versnipperd is. Je ziet zelfs hier en daar ook nog grote boomstronken in de snippermachines verdwijnen. Is er misschien zoveel zout gestrooid over de wegen, dat bomen verpekelen en sterven?
Ik weet dat ik een Wâldman ben. Daar houden ze hier niet van. Want wij houden van bomen en door kleine boompjes omzoomde weiden (beamwâllen), maar daar houden ze hier dus helemaal niet van. Maar toch vind ik dat ook hier de Skandinavische wetten moeten worden ingevoerd: boom weg – nieuw boompje terug. Je moet je verantwoordelijkheden kennen.
Zoals Patyna. Dat wil bij de Ielânen de kinderboerderij kappen. Zonder te versnipperen. Patyna plant wél weer. Het gaat bouwen. Dat kan alleen nog daar. De kinderboerderij staat op grond is van Patyna. Sneu voor de kinderen. En hun ouders. Die niet later, maar nú van de gemeente moeten horen dat er daar en daar zo gauw mogelijk een nieuwe kinderboerderij komt.
Ennneeh…., mogen daar dan ook een paar boompjes bij?
Ouwe zakken met nieuw beleid
De dag dat deze Groot Sneek verschijnt is tegelijk de stemmings-dag voor de gemeenteraad van Heel Groot Sneek. Zeg maar Súdwest-Fryslân. Al wil geen enkele inwoner van bijvoorbeeld Iens geloven dat hij of zij in de zuidwesthoek van Fryslân woont. Vroeger kon je daar enkel heen en terug komen. Nu kun je er wel langs, niettemin wonen er nog maar 32 mensen. Daarvan stemmen dus maar een stuk of tien, want kinderen mogen niet. Op de site staat dat er te weinig mensen wonen om de politieke kleur van het dorp aan te geven, maar gegarandeerd dat het CDA (de boeren) en de FNP (het gevoel) daar de doorslag geven. Dat geldt overigens voor veel Littenseradielster dorpen, al zorgde hier de fusie van de linkse partijen ervoor dat die de meeste zetels hadden. Daar zou de landelijke politiek, waar een andere mening direct een nieuwe partij oplevert, een voorbeeld aan kunnen nemen.
Maar er komt dus een groot gebied met veel dorpen (15) bij, maar zulks is toch weer marginaal in het grote Súdwest-Fryslân verhaal. Alles blijft hier zowat gelijk. Dat is ook wel logisch. Het brede college bestaat uit CDA-PvdA-FNP-D66. En je zeurt er allemaal wel eens een keertje over, maar als geheel hebben ze best een voldoende verdiend. Dat zeggen we niet luidop want dan worden ze eigenwijs. Al heb ik het sterke vermoeden dat het collegeprogramma voor de komende vier jaar al klaar ligt.
Het enige is: je bent de grootste gemeente van Nederland en Fryslân. En er zal straks best eens iemand uit Iens klagen, maar hij of zij zal merken dat deze gemeente weet hoe je moet herindelen. En de discussie rond de rondweg van Hemelum geeft aan dat ze ook goed kunnen luisteren.
Maar bij dat alles zou ik wel willen dat de gemeente zich meer afzet tegen Leeuwarden, Den Haag en misschien Brussel. Wat de mensen hier bijvoorbeeld zeggen over windmolens en varkensmesters ook doorgeven. Misschien doen die wethouders dat ook wel, zachtjes in de achterkamertjes. Maar wij horen het te weinig.
Schreeuw eens “nee”.
Nieuwjaarsredes
Gelukkig zijn we zowat weer uit de plichtplegingen rond oud en nieuw. Waarom we een dikke maand feest maken, terwijl alles een jaar ouder is geworden, is een raadsel. We hangen er tegenwoordig ook nog allerhande dingen aan op. Zoals bedrijven en mensen, die als de beste worden gehonoreerd in die strijd tussen appels en peren. Als de drie juryleden tijdens een kwartiertje borrelen iemand hebben uitgezocht, dan moet diegene met de handen in de lucht op facebook en twitter. Al had hij veel liever met die andere jongens en meisjes achterin aan de bar gestaan. Want borrels zijn de grond van al de nutteloze festiviteiten.
Organisatoren daarvan willen er toch graag wat cachet aan geven. Zo zijn kerstredes en nieuwjaarstoespraken uitgevonden. De Kerstrede van de koning is de enige keer dat Willem Alexander ook zelf wat mag opschrijven. Hij had een sombere boodschap: de mienskip verdwijnt. En laten we daar als Fryslân nu net een feestje om heen hebben gebouwd.
Dat hoorde je in de nieuwjaarsredes. Lange stukken tekst zonder inhoud. Ach ja, er komt wel eens wat leuks tussendoor. Bas Hollenberg van de winkeliers en ondernemers in Sneek beloofde ons dat ze hun wilde ideeën van 2017 dit jaar willen concretiseren. Op het gemeentehuis zijn ze zich wild geschrokken van de term wild.
Nieuwjaarsredes zijn uitgevonden door burgemeesters. De enige keer dat ze zelf wat mogen bedenken om te zeggen. Maar Magda Berndsen kwam met de allerlaatste bus in Groot Sneek. Dus ze liet de nieuwsjaarrede opschrijven door de afdeling voorlichting van de gemeente. Die weet niet alles. In hun goednieuwsshow van werk en duurzaam zat dus niet het nieuwe duurzame kunstgrasveld van ONS. En toen kon ONS voorzitter Klaas Uil dat mooi in zijn nieuwjaarstoespraak vermelden.
Het is overigens geen goed nieuws. Het is meer een wilde goedmakingspoging omdat ONS zo nu en dan niet eens op het huidige klotenveld mag spelen. Maar als in de voetbalbond een stroming op gang is gekomen om het betaalde voetbal weer geheel op gras te zetten, moet je als club, met aanstormend voetbaltalent, natuurlijk ook niet meer op kunstgras spelen.
3,7
Gea en Stella kwamen thuis met hun rapport. Ze durfden het mem niet te laten zien. Ze schaamden zich rot. En van heit zouden ze sowieso straf krijgen. Drie weken niet naar Ludiek. Ze hebben nog even geprobeerd niet te zeggen dat er een rapport was. Heel stil waren ze. Maar de Vereniging Eigen Huis schreef naar de krant dat Stella en Gea een 3,7 als rapportcijfer hadden. Dat cijfer hadden ze gekregen omdat ze nooit wat vertellen. Niet aan heit en mem, maar ook niet aan anderen. Aan niemand
Ze vertellen niet dat ze nieuwe woonwijken gaan aanleggen. Dat er weggetjes worden aangelegd en dat er een mooi vijvertje in de midden komt. Dat er 41 sociale huurwoningen komen en dat er grond is om 39 koopwoningen te gaan bouwen. Ze vertellen niets. En dan floep , dan is er ineens een nieuwe woonwijk. Zomaar. En dat in een tijd dat je alle zin en onzin aan iedereen moet vertellen. Dat het woord transparantie zelfs het woord duurzaam aan het verdrijven is. Schande! Schande!
Weten jullie hoeveel inwoners van de gemeente Súdwest-Fryslân op de schriftelijke enquête van Eigen Huis hadden gereageerd? 31. En dat als er meer mensen reageerden het cijfer ook beter werd. Wat, Henkie Deinum van Workum, verhuisd naar Leeuwarden, kwam met een 5 thuis. Ja, Leeuwarden had 34 respondenten. Zo noemt Eigen Huis ze om te verbloemen dat het mensen zijn. Bovendien staat er niet bij dat Henkie voor de Blokhuispoort weer een veel slechter cijfer had.
Welke idiote journalist zoekt de side fan Eigen Huis op en maakt dan dit soort rapportcijferberichten die alleen maar bedoeld zijn om gemeentebesturen belachelijk te maken. Ik durf bijna te wedden dat al die 31 inwoners van Súdwest-Fryslân struikelden over de lange stilte over het Houkepoort-gebied. Maar daar speelden allemaal heel andere dingen mee. Niet dat het goed was, maar het is al voorbij. Maar vooral, hoe krijgt iemand het in z’n hoofd om dit soort schriftelijke enquêtes te gebruiken om zich af te zetten tegen een gemeente die best bereid is naar ieders irritatie te luisteren.
Eerlijk
Je moet altijd met open vizier de koninklijke weg bewandelen en onder het inschenken van klare wijn man en paard noemen. Als je dat niet doet, val je uit het college van burgemeester en wethouders in de gemeente Súdwest-Fryslân. Wij dachten na de gemeenteraadsverkiezingen gewoon dat D66 eruit gesmeten zou worden en dat de grootste partij, het CDA, dan een buurman binnentrekt. En dat die VVD zou heten. Ja, het college gaat dan wat naar rechts, maar de VVD had het woord duurzaam ook in het verkiezingsprogramma staan.
De werkelijkheid was dat CDA en PvdA na de stemming verliefd tegen elkaar aan schurkten. Ze mochten beide een keus doen. CDA koos dus de VVD, de PvdA koos het bejaarde Grien Links. Iedereen met de mond open van verbazing; de FNP, vijf zetels sterk, ook nog de partij van de nieuwe inwoners uit Littenseradiel, werd ook uit het college gekwakt.
Je had het al horen fluisteren. FNP-wethouder Durk Stoker zou gemompeld hebben dat-ie niet weer met Maarten Offinga van het CDA in het college zou willen zitten. Laat ik het maar voorzichtig zeggen: die jongens zijn wel heel verschillende types. Maakt niks, het mag. Iedereen heeft recht op een eigen mening. Of Offinga wel weer met Stoker in een college wilde gaan zitten is overigens niet bekend.
Op grond van wat Stoker heeft gezegd is het van de FNP dan stom om hem op één te zetten. Als je dan stemt op de FNP dan stem je op boegbeeld Stoker. Maar nog veel eerlijker zou het zijn geweest het gewoon te zeggen: Stoker wil wel weer, maar niet met Offinga. Dan had Offinga een antwoord moeten geven. En vooral, de kiezer had kunnen kiezen tussen Offinga en Stoker. Dan was de verkiezingscampagne tenminste ook nog leuk geweest.
Want stel je nu voor dat de PvdA had gezegd de FNP mee te nemen. En die had Stoker naar voren geschoven. Dan was in de achterkamertjes dat gevecht losgebarsten. Zonder medeweten van de kiezer. Daarom vertaal ik de eerste zin van deze column even voor de FNP-ers: earlik duorret it langst.
Durk
Durk Stoker is in aardige vent. Ja, ik weet het: de Koudumer zit in de politiek. Maar ook daar tref je soms aardige venten aan. Ook al zijn ze wethouder en FNP-er. Lees zijn Stoptoberblogjes en je weet dat Durk Stoker een gewone man is, die intensief aan zijn eigen gezondheid werkt. Dat is ook wel logisch. Hij is er een tijdje tussenuit geweest, na een ongeluk. Als je dan hulpeloos thuis zit, een kruk nodig om je te bewegen, dan ga ja nadenken. Dat had Durk Stoker niet moeten doen.
Durk Stoker dacht na over waarom hij, in leven actief als meester, manager en wethouder, nu in een stoel zat. Dat was te wijten aan een eenzijdig motorongeluk. Durk Stoker zat op die motor. Dat was op zichzelf al fout. Motoren passen niet in Fryslân met hun lawaai, CO2-uitstoot en al die onvoorzichtige te snelle coureurs. Als FNP-er had Durk Stoker dat moeten weten. Niettemin, hij zat op een motor. En die motor deed niet wat Durk Stoker wou dat de motor deed. Dus ging hij onderuit. Liefhebbende wegwerkers hadden royaal grit gestrooid en niet geveegd.
Durk Stoker dacht verder na. Die weg vol grit was van de gemeente. De gemeente Súdwest-Fryslân. Durk Stoker vond dat het grit de schuld was van de gemeente. Hij wil nu schadevergoeding vragen aan de gemeente. Zíjn gemeente. Met als verantwoordelijk wethouder voor grit-strooien Durk Stoker. Durk Stoker dacht nu dat wethouder Durk Stoker nu mooi schadevergoeding kon betalen aan onschuldig gehandicapte burger Durk Stoker. Je vraagt je als gewoon burger af wat dan die schade is, de gemeente betaald toch wethouders ook ziektekostenpremie? Blijkbaar is dat niet zo.
Durk Stoker. As jo no listlûker binne foar de FNP foar de kommende riedsferkiezingen moat je miskien wol ôf fan dy kweade tinzen fan jo. Natuurlijk moeten instanties, misschien zelfs rechters uitmaken of een gemeente verantwoordelijk is voor een in en door het grit vallende motorrijder. Maar wat geef je, nog vóór de verkiezingscampagne een prachtige voorzet aan andere partijen als die het hebben over de echt verantwoordelijkheden van een wethouder.
Bolsward
Jacob Gysbert was de vader van de vader van het Frysk, Gysbert Jqpicx. Ouwe Jacob bemoeide zich niet met de Friese taal, hij was slechts bouwmeester. Hij bouwde van 1614 tot 1617 het stadhuis van Bolsward. Het vaste hoofdkwartier van zij die de stad bestuurden. Het is een heel markant stadhuis. Maar sinds 2011 is er geen stadsbestuur meer in Bolsward. Dat doen ze er in Sneek even bij. Daarom noemen ze zich daar Groot Sneek. Dat zich zes jaar niet bekommerde om die leegstaande bestuurstent. Pas toen het precies 400 jaar bestond gaven ze een symbolisch cadeau aan de Heakeninginne, één keer per jaar nog de bazin van Bolsward.
In samenwerking met de Bolswarders is besloten er ongeveer acht miljoen in te steken. Dat geld moet dan veranderen in een prachtige plaats voor de bestaande musea van Bolsward. Centraal in een stadhuis wat nu dus een Historisch Centrum wordt. Met nog wat gemeentelijke archiefstukken. En er komt ook een kroeg in. Wat wil je nog meer.
Geld. Of nee, misschien geld. Niemand weet hoe het allemaal zal gaan. Medio vorig jaar werd deze oplossing al uitgesproken, maar er is nog heel weinig gebeurd. Alles moet nog worden uitgezocht. Is die acht miljoen wel genoeg, of moet er nog meer bij. En vooral: wat kost het aan exploitatie, waarbij Bolsward er al vanuit gaat dat er jaarlijks dik twee ton van de gemeente moet komen. En daar hebben ze vraagtekens. Want daar weten ze wat er allemaal in de culturele hoek nog meer bijkomt. Al zou het alleen maar gaan om de verzorging van de door Bolsward overigens niet gewenste vleermuis.
Samenvatting: De politici hebben met het oog op de verkiezingen gezegd dat ze in principe bereid zijn om dit te realiseren. Maar de plannen zijn nooit klaar vóór de verkiezingen. Dus pas daarna gaat de nieuwe gemeenteraad van Groot Sneek eens kijken of er niet wat van die acht miljoen af kan. En of zo’n exploitatiebijdrage van twee ton niet te veel is. Tsja, dan moet Bolsward maar hopen dat die kroeg het doet.
Sticker
Al heb je een eigen huis, de bijbehorende bakken voor restafval en gft zijn niet van jezelf. Die zijn van de gemeente. Maar jij moet ze volgooien, heen en weer rijden en schoonmaken. Schoonmaken doe je met een hogedrukspuit. De druk van die spuit is zo hoog dat de stickers er af vliegen. Om dan toch de eigen bak te herkennen, plak je er zelf wat gedoe op. Sommige bakken worden daardoor heel leuk, sommigen geven aan dat jij niet harder dan 30 kilometer door Nijesyl mag knallen, sommigen doen niet meer dan een getal op de bak te krassen.
Dit is een ernstige situatie. De gemeente heeft geen overzicht meer. Een bende. Rotzooi. Dat moet veranderen. Drie ingehuurde ambtenaren hebben een jaar lang zitten brainstormen met een projectbureau. Toen kregen wij een brief waarin stond dat wij bijgeleverde stickers op de bakkendeksels moesten plakken. Beide(!) bakken moesten op een ochtend vóór(!) zeven uur aan de weg staan. Niet in de gebruikelijke rij, maar nu vóór je huis. De stickerplakkers moesten toch in de volgorde waarin ambtenaren de stickers in een mapje hadden gelegd, kunnen plakken. De nieuwe stickers kwamen niet op de deksels, daar zitten die bijgeleverde stickers nu nog op. De nieuwe stickers zijn blauw. Om op te vallen. Blauwe stickers op groene bakken. Lelijk, maar kleurcompositie was geen onderdeel van de ambtelijke voorbereiding.
De bakken staan elke afhaal-dag weer in een grillig rijtje. Dan blijkt dat sommige bakken nog geen nieuwe blauwe sticker hebben. Die mensen waren een weekje weg of zo. Of ze sliepen nog, of waren aan het melken. De gemeente is nu in overleg of ze nog eens een keer langs de route gaan. Of sticker-loze bakken niet leegmaken. Of iedereen vragen met twee bakken naar de vuilstort in Sneek te komen. Er is overleg met Arriva of die dingen ook in de trein kunnen.
Deze actie heeft namelijk een grondslag. Via de code op de sticker kan de afvalwagen straks registreren hoeveel kilo vuil je stort. Dat moet je in de toekomst betalen. Want je moet het geld van zo’n stickeractie toch ergens weghalen.
Watergemeente
Sneek en water. Vrijwel één begrip. Een soort ééneiige tweeling. Het water bestond vroeger enkel uit een meertje en wat slootjes. Sinds de fusie van 2011 ligt de gemeente echter ook aan zee. Want zo noemen de Hindeloopers het IJsselmeer nog altijd. Zuiderzee. Sneek zou Groot-Sneek niet zijn, als het niet iets met die zee zou willen. Maar daar hebben ze geen geld voor (over) en dus zoeken ze investeerders. Bijvoorbeeld Douwe van der Meulen. Eigenaar van camping Schuilenburg, in dikke kilometer onder Hindeloopen in de richting van Molkwerum. Voorzichtig formuleren: niet de meest moderne camping. Van der Meulen wil dus meer. Hij wil de camping weggooien en op Schuilenburg recreatiewoningen bouwen. Tussen de 80 en 120 stuks. Dat is fors in Fryslân. Maar modern. Van deze al weer wat betere tijd.
Een eiland maken, helemaal vóór de zeedijk. De zeespiegel stijgt, ook die van het IJsselmeer, dus het moet een terpachtig eiland worden waar het lijkt alsof er woningen op gestrooid zijn. De raadscommissie las het, ging staan en applaudisseerde langdurig. Wat een prachtig eiland. De commissieleden zagen zich zelf daar al zitten en uitkijken over hun fantastische IJsselmeer. Zo mooi! Je kunt straks vanaf Schuilenburg het hele windmolenpark van Makkum goed zien. Ook die hoge windmolens bij Nij Hiddum-Houw nog wel, want die mogen van diezelfde dankbare gemeente nog hoger worden dan 200 meter. Prachtig. Nou ja, Schuilenburg bestaat van Duitsers, die zullen die huisjes ook wel kopen.
Eeh, tussen Hindeloopen en Schuilenburg staat toch ook nog het oude leegstaande verwaarloosde maar wel schitterende badpaviljoen? En er liggen toch van die idioot verwaarloosde recreatiewoonschepen in de dijksvaart? Van dezelfde eigenaar/investeerder? Wat gebeurt daar eigenlijk mee?
Tja, zei de wethouder, dat is een dure zaak. Daar gaat Van der Meulen iets aan doen, maar pas als hij voldoende geld uit het nieuwe Schuilenburg haalt. Van der Meulen mag het hele beeld van de dijk onder Hindeloopen veranderen. Hij is er helemaal baas over. Vrij om te doen wat hij wil en wanneer hij dat doet. Het gemeentebestuur heeft geen mening. Dat zeilt een rondje op het Sneekermeer.
Geluid
Laten we maar zeggen dat de voetbalzender allemaal heel goede vragenstellers inhuurt om een voetbalwedstrijd vooraf, in de pauze en na afloop “neer te zetten“. Samen met een voor heel veel geld ingehuurde analist, die een oud-voetballer en beroemd moet zijn. Wij betalen de voetbalzender, en zetten hem dus aan. Maar verstaan volstrekt niets van die goede vragensteller en die beroemde analist, want ze zetten het achtergrond geluid zo luid dat je hen niet meer verstaat. Ook de wedstrijdverslaggever valt weg in het kutgeroep van het publiek. Nu heb ik niet veel technisch verstand, maar ik weet zeker dat ik op mijn televisie het gewone en het achtergrond geluid niet zal kunnen scheiden. Zoals niemand dat kan.
Gemeentebesturen zitten ook met een geluidsprobleem. Niet constant, meer incidenteel. Bij bijvoorbeeld festivals is een geluidsprobleem wel te verwachten. Maar bij elk gebeuren, hoe klein ook, al is het de buurtbarbecue, staan er allemaal boxen te spetteren en schetteren en is een gesprek hopeloos. Communicatie is volstrekt onmogelijk. Maar ja, zo interessant is buurman nou ook weer niet.
De Sneekweek is ook een incident. Kranten staan van tevoren vol met de bands die tien dagen lang de stad zullen teisteren. Dat laatste woord gebruikt overigens niet iedereen. Het schijnt dat als je in de menigte bij de band staat, dat het probleem opgelost is. Niet dat je dan echt wat kan horen van je buurman, maar dan pak je toch gewoon de whatsapp. De geteisterden pakten de telefoon en de gemeente hoorde dat wel goed. De burgemeester zette het geluid op 85 decibel. Dat is de categorie hinderlijk. Het geluid is te vergelijken met een handzaag of een F16 op 1500 meter. Als iemand naast mijn oor zaagt ga ik weg. Er zijn anderen. Samen met de horecaondernemers vonden ze het hinderlijk dat ze alleen maar hinderlijk geluid mochten horen.
Dus belden zij ook met Apotheker. Die gaf toe en zette het geluid op 100 decibel. De categorie zeer hinderlijk tot gehoorbeschadiging. De F16 is gezakt naar 300 meter. Maar er werd geen wanklank meer gehoord. Want de muziek stond te luid.
Hemmen-uitrol
Nog maar net was bekend dat Sneek de beste mooiste hotelstad is. En in die stad zat de bevolking broederlijk om en aan tafel met asielzoekers. Overmand door die successen opende wethouder Marten Offinga zijn mond. En hij legde Hemmen III op tafel. Nauwelijks waren zijn woorden overgewaaid naar twitter of daar stond al een tegenbericht: dan gaat de mooiste sloot van Sneek naar de bliksem. Dat moeten we uitleggen. We gaan dus naar Hemmen III.
Het is nog een trieste dag als we dat doen, maar de vogels leven zich al uit in die schitterende groene wereld van weilanden. Hier en daar een boerderij. En allemaal van die prachtige smalle slootjes. Bedoeld voor overbodige regen, maar letterlijk ingepikt door meerkoeten en eenden. Die vreten de oevertjes van die slootjes kaal, want straks zitten ze dagen op eieren. Eenden schuifelen onrustig de weg over, wat moet die vervelende columnist hier. Boven de weilanden gaan de kieviten “oer de wjuk”, maar zitten de vijandelijke mûzebiters en hoarnskrobbers al klaar om de daaruit voortkomende eieren op te vreten. Het is stil, doodstil; de boeren zitten aan de boekhouding. Wat is dit een mooie wereld. Als ik bij Folsgare ben, doemt Sneek al dreigend op. De hoofdstad heeft IJsbrechtum al ingenomen. Ondanks dat Offinga 17 bunder inbindt, zal Folsgare ook vallen. En die mooie sloot daar ook.
Voordat Sneek groeide tot Groot Sneek hebben de bestuurders Hemmen III al aangekaart. Toen hebben de collega’s van Wymbrits de Sneker heren onhartelijk uitgelachen. Jullie blijven met je poten van ons gebied af. Ze zijn nu evenwel ingehaald door de herindelings-god. Je hoort ze niet eens meer. Je hoort alleen die wethouder die zegt dat de raad zo snel mogelijk het besluit moet goedkeuren.
In die raad zitten nog al wat Wymbritsers. Dat hebben ze in Sneek nog niet echt kunnen veranderen. Wymbritsers die naar Sneek fietsen door dit prachtige gebied. Ja, ze weten ook wel dat er nergens anders in Sneek plaats is voor zo’n terrein. En ze weten ook wel dat uitbreiding noodzakelijk is. Maar verdorie: die sloot.
Antenne
Veertig meter is zes huizen hoog. Het is ook de lengte van een antennemast die de KPN in Blauwhuis wil neerzetten. De bewoners vinden dat ongezond. Dat mogen ze vinden, want de discussies over dit soort antennemasten is nog steeds 1-1. Het is niet zo (1) en het is zo (1). Dan mag je als inwoner dus zeggen dat die mast wél kankerverwekkend is. Dus dan bel je de KPN op, schrijft brieven, je doet een mailtje, sms-je, whats-appje, of een wat dan ookje en je schreeuwt. Maar wat je ook doet: de KPN geeft niet thuis. Die hebben geleerd dat het de beste methode is. Dat hebben ze geleerd van de NAM. Want zelfs in deze gemeente worden straks gasboringen uitgevoerd, omdat NAM ook nooit de telefoon opneemt, en er dus nooit iets veranderde. Ook het rijk heft de handen steeds in de lucht en roept: maar we moeten eerst antwoord hebben. Dat komt niet. Er komen enkel boormachines.
De Blauwhuisters riepen toen de gemeentebestuurders. Die kenden niet het nut van een veertig meter hoge paal in het centrum. Kon die niet een kilometertje verder? Sterker, volgens de mening van de raadsleden was deze antenne niet eens in overeenstemming met het gemeentelijke antennebeleid. Hier en daar vielen toen wat monden open. Heeft de gemeente Súdwest-Fryslân een eigen gemeentelijk antennebeleid? Wat staat daar allemaal eigenlijk in? Klaarblijkelijk onzin, want de wethouder zei aan het eind dat de gemeenteraad elk moment het antennebeleid zou kunnen veranderen. Dat had ze dus zelf ook kunnen doen, daarmee Blauwhuis geruststellend. Maar zo acteert een overheid nooit.
Die gaat terug naar het gemeentehuis. Gaat zelf met de KPN bellen. Daar krijg je dus geen contact mee. Dan kijken naar de hogere overheden. Wat hebben die afgesproken?
Hogere overheid provincie Fryslân zegt al jarenlang “wachten”. Hun ambitie al jaren: snel internet in 419 Friese dorpen. Dat is tot nog toe niet gelukt. Dus zei KPN, dan moeten we het maar even op de oude manier doen en daar een mast neerzetten.
Maar dan moeten we Sietske Poepjes niet belachelijk maken. Dus niks zeggen, jongens.
Voorspel
Op 26 september is er feest in de schuur van maatschap Hoekstra aan de Pasfeardyk in Sneek. Nou ja, feest ook weer niet direct. Maar als je drie hotemetoten laat komen om de mensen wat te vertellen, dan is het wel bijzonder. Al is dat weer geboren uit zorg. Zorg van de FNP over de landbouw. De eieren waren nog niet eens uit de schappen verdwenen of ze hadden de avond al geregeld. Jelle Gerbrandy zal drie sprekers aankondigen. Allereerst prof. dr. Theunis Piersma. Piersma is een FNP-fan, alhoewel het schijnt dat de afstandelijke benadering van Johannes Kramer (wel veel zeggen maar geen geld er aan koppelen) hem enigszins terug op het pad van het CDA heeft gebracht. Maar in elk geval gaat hij op zijn vertrouwde enthousiaste manier van vertellen dat we de landbouw van nu weer terug moeten laten gaan naar de vijftiger jaren. Toen lagen we heerlijk languit in de geurende greide, prikten lange grasjes in onze neusgaten en we zagen een zee van bloemen, vogels en ljipaaien.
Dan komt Jan Huitema. Een VVD-er maar hij doet net alsof hij FNP-er is. Hij vindt dat hij de Friese boeren in het Europarlement vertegenwoordigd. Hij spreekt die avond op wat eertijds bijna zijn geboortegrond was, totdat recreatie en natuur hem verdreven naar Makkinga. Hij is naast Europarlementariër ook boer, al regelt zijn vader veel. Hij gaat vertellen dat Piersma lief is, maar dat Europa zorgt voor voldoende strenge maatregelen voor evenwicht tussen milieu en landbouw.
Maar dan komt Eva van den Broek, die haar naam eer aandoet en beide mannen achteloos in de hoek der dommen zal kwakken. Ze is gedragseconoom. Ze gaat zeggen dat Huitema en Piersma het beide allemaal te duur maken, en dat de mensen nu eenmaal goedkope melk willen.
Mooie avond. Ik hoop dat alle partijen mensen afvaardigen. Want in oktober mag ik al die adspirant gemeenteraadsleden interviewen over de landbouw. En dan moeten ze met de billen bloot. Is Súdwest een recreatie/natuurgemeente of een landbouw gemeente. Nee Maarten Offinga, niet zeggen van beide. Dat mag niet in dit spelletje.
Yn !
Us hûs yn de Gaastmar stiet te keap. Al in pear jier. Der hat noch nea immen west om ris te sjen. Likegoed dogge we ôfgryslik ús bêst. Earst foar de foto’s , letter elke kear op Iepen Hûzeferkeapdei, hellet myn frou it grien tusken de tegels wei en stofsûgje ik. De makelder hat ús nammentlik leard dat je in hûs better ferkeapje at alles in bytsje netsjes liket. At ík in hûs besjen soe, dan soe ik der inkeld mar om tinke wêr’t ik in stofsûger kwyt kin; net hoe’t oaren yn dat hûs libje.
Tsjintwurdich wolle we alles witte. En hifkje. It nijs fertelde dat de Stichting Interieurs by 2227 hûzen yn de gemeente Súdwest-Fryslân de doar iepen trape hat, om ris binnen te sjen. Se ha net by my west, mar at in hûs boud is yn 1999 ha je gjin tegeltsjes ûnder de skoarstienmantel. Sterker, je ha hielendal gjin skoarstienmantel. Yn dy oare 2227 wenten fûnen se lykwols nochal wat. Se hienen it oer ûnskatbere wearde.
Dêr bin de lju dy’t yn dy hûzen wenje har net bewust fan. Da’s al hiel lang sa. Doe’t keunstskilder Jopie Huisman yn Hjerbeam wenne, helle hy hiel foarsichtich alle tegeltsjes by lju út de hûs at dy de rommel kwyt woenen. Dy tegeltsjes moasten net stikken. Want soan Pepy hie yntusken in stúdzje makke en wist wat dy dingen wurdich wiene. No, net te min.
De ynterieurstifting joech it rapport oan wethâlder Mirjam Bakker. Dy sei tankewol en tocht “myn himel, wat moat ik hjir mei”. Doe’t Ab Timmermans sei dat yn hiel Fryslân alle hûzen ûndersocht wurde sille wie se bliid dat se neat sein hie. Se giet net op de stoel fan al dy oare wethâlders sitten.
Mar de Stichting Interieurs jout de rapporten dus oan de oerheid. Moat dy oerheid no jild útlûke om soks te ûnderhâlden at de lju dat sels net dogge? En wêrom? Om allegear frjemde lju dy skoarstienmantels sjen te litten? In goarre oan hûsmusea te meitsjen? Nee dochs. Lit dy ynterieurs dan mar oer oan de eigners.
Kinderen
Als straks de rotonde van Joure omgebouwd is tot een gewone weg met afritten, rijdt het verkeer van Sneek over Joure en Heerenveen naar Leeuwarden. Dat gaat vast sneller dan over Dearsum en Tsienzerbuorren. Vandaar dat het verrassend was dat de burgemeester Hayo Apotheker van Súdwest-Fryslân ineens een nieuwe weg bedacht naast de spoorlijn Leeuwarden-Sneek. Wel begrijpelijk, dat spoor ligt er zo vaak uit, dat je dan wel graag uit de trein in een er naast rijdende auto zou willen springen. Maar burgemeester, hoe komt u op die idiote gedachte van een weg daar. Dorpen als Scharnegoutum, Boazum en Mantgum zouden tussen spoor en weg vermorzeld en verkrimpt worden. Dat boereland wordt afgepakt is niet zo erg, want er moeten toch minder boeren komen, maar de laatste grutto’s die hier nog komen om KH2018 op te luisteren, zullen triest naar Groningen vliegen. Daar hebben ze nog ruimte, want op dat troosteloze afgedaalde land wil niemand wonen.
Hayo Apotheker is wel oud maar (nog) niet gek. Hij heeft ook alleen gezegd dat je misschien eens naar zo’n soort weg zou moeten kijken. Hij doet enkel hetzelfde wat ik hier zo nu en dan doe: de mienskip wakker schudden. Nou, iedereen schrok schreeuwend wakker. Zelden zoveel ingezonden stukken gezien, al doen de redacteuren van de LC dat ook zelf wel onder andermans naam. Maar dat mag allemaal. Niet erg, alleen de discussie was begonnen voordat hij begonnen kon zijn.
Maar toen kwam daar plots zuster/burgmeester Johanneke Liemburg van het al uiteengevallen Littenseradiel binnen stuiven. Die is maar een beetje jonger dan Hayo , maar omdat haar gemeente verdwijnt koersen ze op gelijktijdige afscheid af en hebben nu alvast alle tijd om elkaar te irriteren. U zag het, ik schreef haar gemeente. Zo vereenzelvigen de burgemeesters zich met de gemeente die ze enkel maar besturen.
Stoute Hayo kwam met zijn vingertjes aan het nu nog grondgebied van Johanneke. Hij tekende daar een weg. Johanneke werd zo kwaad, ze schreeuwde het uit. Niet doen. Blijf af. Van mij.
Het wordt tijd dat Arno Brok komt en de kinderen naar bed stuurt.
Entree
Wil je Heeg binnen komen rijden vanaf de grote weg, kom je eerst over Osingahuizen. Lelijk dorp. Komt door het oude kaaspakhuis van de Lankhorst zuivelfabriek. Die stond al sinds 1886 in Osingahuizen. Het kaaspakhuis aan de overkant is van later datum. En werd ook weer eerder ontruimd, al in het begin van de 80-er jaren. Burgemeester en wethouders zorgden er persoonlijk voor dat het eigendom werd van de jonge ondernemer Allard Syperda. Hij maakte er een helling van. Hoge kraan, grote loods, veel werkgelegenheid. De bruine vloot ontstond daar voor een deel. Beeld van die tijd, werkende mensen aan de buitenkant van mooie plaatsen. De zuivelfabriek zelf werd na het stoppen in 1986 een aannemersbedrijf en een garage.
Beeldvorming verandert. Alles telt tegenwoordig mee. Waar mensen ergens “binnenkomen” moet het al gepast zijn. Het ritje in Sneek vanuit IJlst over water is ook niet van de grootste schoonheid. Daar kijk je scheef naar. Zo keek de overheid ook naar Osingahuizen. Ze werden geholpen door een omwonende die het geluid van een hamer die tegen de scheepswand tikt niet kon hebben. De scheepswerf, intussen in handen van Jelle Talsma, werd gekocht door de gemeente. Want toen die jongens begonnen met die hamer tegen het ijzer te slaan, waren er nog geen geluidsverordeningen. Er was geen andere mogelijkheid: kopen. En Talsma moest 20 werknemers elders plaatsen. Maar nu kon je wel wat doen aan de entree van Heeg.
Heeg verdient dat ook. Elk weekend deze zomer was er wel een evenement in Heeg. Ja, Woudsend en IJlst deden ook het een en ander, maar ze konden niet tippen aan Heeg. Daarom verdient Heeg een daverende entree. Het als helling verklede kaaspakhuis? Er gebeurt helemaal niets. We hebben zelfs al investeerders belangstellend horen dringen. Geen resultaat. De dames van Heeg hebben dit voorjaar een diner gehouden in de oude Lankhorst zuivelfabriek. Om te laten zien dat daar ook wat moet en kan gebeuren. Maar er gebeurt niets. Al is in dit geval de gemeente niet eigenaar. Wel van de helling. Hoeveel heeft die eigenlijk gekost? Weten we dat eigenlijk wel?
CH2018
Hindeloopen heeft wat meer verbindingen met China dan de rest van Fryslân. Pieter Bootsma reist al Hindeloopers schilderend door het land en laatst kwam de kunstenares Shen Yuan naar Hindeloopen. Ja, ze woont in Parijs, maar ze is Chinese. Ze kwam haar idee van een fontein presenteren. Iedereen was enthousiast, want het stads- en een tijdlang ook het gemeentewapen van Hindeloopen is er in verwerkt. Ja, ze noemden het delen van de Hinde, maar stiekem is Shen Yau verder gegaan: Hindeloopers stammen immers af van langsvarende en rovende Vikingen, en die hielden van rendieren. De geweien daarvan zullen bij de kerk in Hindeloopen vast goed staan. Al zei iemand dat hij wel hoopt dat de fontein blijft spuiten, want een waterpartij hoeven we niet, we hebben het IJsselmeer al.
Maar weet je waar die plotselinge welbespraaktheid van normaal veel geslotener mensen uit Hindeloopen vandaan komt? Omdat als je zo’n fonteinontwerp ziet, je eindelijk wat kunt voelen van culturele hoofdstad 2018. Toen we als Fryslân tot hoofdstad benoemd werden, waren er nog vele jaren te gaan, nu is om deze tijd volgend jaar al begonnen met….. Ja, met wat eigenlijk? Burgemeester Hayo Apotheker was in zijn nieuwjaarsrede ook al vol verwachting over CH2018, maar je zag in z’n ogen dat hij blij was dan niet meer aan de burgemeestersketting te lopen. Want ook hij weet niks. Ja, dat zijn gemeente straks zes fonteinen moet onderhouden, en er water moet laten uitkomen, ook al gaan de koeien op het land dood van de dorst in deze klimaat-veranderende tijden.
Het CDA Fryslân, toch al geen grote fan van culturele zaken, sprak verontrustend over de korte rij sponsoren. Die doen niets, omdat ze niets weten. En wij weten ook niets. De vicieuze cirkel draait naar beneden. Ja natuurlijk, je hoort wel eens wat uit de Leeuwarder gevangenis, maar veel is het niet en bovendien vinden we met z’n allen die dingen die we horen niet zo daverend dat we de hele dag praten over CH 2018. Of zoals ik iemand hoorde zeggen “kulturele haadstêd, dat giet yn elk gefal net oer ús kultuur”.
Kerstmis
Overal zeggen ondernemers dat ze zelf niet meedoen aan politiek, omdat de politiek niet deugt. In de meeste gevallen verdienen ze in hun eigen bedrijf ook meer dan wanneer ze in de politiek zouden gaan, maar dat zeggen ze niet. Maar het is wel duidelijk, enkel journalisten gaan er tegenwoordig nog in de politiek…… . Dat is spijtig, want ondernemers zijn handig denkende mensen, die een gemeente of provincie of desnoods het hele land zien als een bedrijf. En het zo ook willen laten runnen. En dat is politici onmogelijk, al zijn we benieuwd naar Trump.
Als ondernemers vinden dat politiek niet deugt, kon je verwachten dat als burgmeester Apotheker op de eindejaarsborrel van de HIS (Handel en industrie Sneek) zijn normaal positief getinte verhaal zou houden, dat de ondernemers daarna hun stekels zouden opzetten. Dat gebeurde niet. Het duo Apotheker-Offinga liet zien dat ze ambitieus zijn. Dat ze samen met de ondernemers bouwen aan een mooi Sneek, ook daar waar je binnenkomt. Dat ze de stijgende werkgelegenheidslijn willen doorzetten
Natuurlijk komt er niet elke dag een kruiwagen met 2,5 miljoen voorbij. Natuurlijk is die toeristenbelasting kloten. Natuurlijk is Súdwest-Fryslân groter dan Sneek. Natuurlijk heeft die gemeente meer oever dan ze konden uitrekenen en straks onderhouden. Natuurlijk is er straks in windmolenpark bij Makkum, kost altijd geld. Natuurlijk wordt die sluis bij Konwerderzand vergroot, kost ook geld. Natuurlijk zit het wegenonderhoud en de fonteinen de politici in deze gemeente op de nek. Natuurlijk zou alles bij de gemeente wel sneller kunnen. Natuurlijk praat je als gemeente met twee groepen ondernemers, winkels en bedrijfjes. Natuurlijk had er al een nieuw bedrijventerrein moeten zijn. Natuurlijk is er altijd die vervelende provincie die dwars ligt.
Maar de ondernemers en gemeentebestuurders prikten er zo maar doorheen. In de grondslag van respect voor elkaar en elkaars ambitie. Ik keek om, en zag ze na afloop dicht bij elkaar staan, glas in de hand, met de andere hand werd op elkaars schouders geslagen. Plotseling kreeg ik een positieve bril. En dat is ook wel eens mooi, zo aan de eind van het jaar.
Bouwen
Normaal gesproken twitteren wethouders uiterst zelfgenoegzaam over de dingen die goed gaan in Súdwest-Fryslân. Zoals over het succesvolle Tweede-Kans-Beleid. Mooi. Eén bericht van Stella van Gent was wat minder positief. De eerste avond dat de strooiwagens uitreden vroeg ze zich af of er ook wat aan de gladheid die volgens haar ontstaat als Trump benoemd is, te doen zal zijn. Echt niet wereldvreemd, deze wethouder. Maar ik had wat meer verwacht over collega Durk Stoker. Niet over de zorg voor hem omdat hij met een motor over de kop sloeg en gewond raakte, want er was veel medeleven. Maar je verwacht dan dat het nu dan eindelijk wel duidelijk is dat er in (Súdwest)Fryslân geen motoren zouden mogen komen. En dat Stoker zijn eigen partijgenoten nu niet kan vertellen toch maar mee te gaan met de voorgestelde verhoging van de toeristenbelasting. Die is toch wel heel hard nodig.
Want Sneek gaat bouwen. Binnen een paar jaar moet de toerist van nu Sneek niet meer herkennen. De Houkepoort staat dan smoorvol woningen, duizenden mensen staan nu al te trappelen. Zo’n lekker affiche: ik woon op een eiland. Ook wordt de gehele Markstraat één geweldig ambtenarencomplex. Daar hoeven de toeristen overigens niet meer naar toe. Immers, ambtenaren behoren tot het establishment, en daar stemmen gewone mensen momenteel tegen. Het Flexaterrein wordt aangepakt, want het lijkt altijd zo zielig, die twintig autootjes op dat plein voor zo’n driehonderd. Die zandsculpturen kunnen wel naar de rondweg, bij het crematorium. Op het St. Antoniusplein staan straks vier grote supermarkten te concurreren en worden die vrije nieuwe huizen daarachter weer afgebroken, dan kun je daar weer mooi parkeren. En tenslotte wordt het hele gebied tussen Grootzand en Zuideind, al of niet cultuurhistorisch of monumentaal, afgebroken, en omgezet in moderne appartementen en ondergrondse garages. Zes jaar breken. Gelukkig liggen er om de vier meter bruggetjes over het Grootzand, kun je snel weg wezen van die rotzooi.
U begrijpt het. Voor dit alles is geld nodig. Veel geld. Dus elke toerist die een nachtje in die Sneker bouwrotzooi slaapt, betaalt een straks een kwartje meer.
Huis
Eind september commotie over de basisschool van Gaastmeer. Die moet dicht. Zonde. Gaastmeer had nog zo geprobeerd te profiteren van de regeling dat gemeenten in Nederland verplicht zijn om geaccepteerde asielzoekers-families op te nemen in woningen. Súdwest-Fryslân voldoet nota bene zowat het slechtst aan die verplichting. In Fryslân en dus in heel Nederland, want we doen alsof in deze krimpprovincie geen geschikte woningen zijn. Maar ze hebben wel samen met het schoolbestuur gezocht naar een woning in Gaastmeer. Niet gevonden. Hoe is het mogelijk.
Want de oplossing was in dit geval zo verschrikkelijk gemakkelijk geweest. Wij wonen bijvoorbeeld naast de school in Gaastmeer. Een huis met vier slaapkamers, waarvan twee heel ruim zijn. En in de winkels staan stapels stapelbedden. Ons huis staat al lang te koop. Om privéredenen, het heeft absoluut niets te maken met dat mooiste en heel sfeervolle dorp van Fryslân: Gaastmeer. Met die uitverkiezing doet de gemeente overigens ook niets, maar misschien vinden zij Sneek en Workum mooier; dat kan.
Waarom heeft de gemeente ons huis niet gekocht? Of een ander te koop aangeboden woning. De gemeente heeft ineens ook weer allemaal geld, dus dat had wel gekund. Als je als gemeente zo’n huis koopt, wordt je alom geprezen: weer een geaccepteerd vluchtelingengezin gehuisvest. En ook nog in een dorp waar de integratie heel gemakkelijk zou gaan, het dorp had z’n taak wel geweten. Die mensen die daar komen wonen zijn ook gelukkig, die komen in het mooiste dorp van Fryslân terecht. De school was goudgelukkig geweest, want het minimum aantal leerlingen was met één gezin gehaald. Ik neem aan dat de gemeente ook heel blij zou zijn met het kunnen handhaven van een school. En ik was ook tevreden geweest, blijf met fleur in deze pittige gemeente wonen.
Natuurlijk, de gemeente wil geen huiseigenaar meer zijn. Richt daar dan iets voor op, een woningcorporatie of zo. Die in meer dorpen aan het werk kan. Begin eens op die wijze. Misschien wil de minister dan de school in Gaastmeer ook nog wel openhouden. Ons huis staat op Funda.
Sneekweek
De officiële opening van de Sneekweek is altijd in de tuin van het stadhuis. Sneek heeft nog een stadhuis. Leeuwarden gaat z’n stadhuis ineens gemeentehuis noemen omdat Finkum straks ook in de gemeente zit. Het is te hopen dat de gemeente Súdwest-Fryslân het gewoon bij stadhuis laat, je moet toch een beetje de historie in waarde laten. En het is historisch on juist om de Sneekweek daar niet te beginnen. Bij de eerste hardzeildag in 1814 speelde het stadhuis misschien nog niet mee. Maar toen de dag een week werd, hebben ze er ongetwijfeld een borreltje gedronken. Dat mondde uit in een soort officieel gebeuren. Te druk. Te veel Snekers. Te veel rode broeken. Maar heel gezellig.
De belangen veranderen. In de tuin staat nu muziek. En drank. Waar moet je dan naar toe? Overal staat muziek. En drank. Dan maar de plaats waar anders altijd veel muziek en drank is, het theater Sneek. Je staat er niet door elkaar heen, maar zit netjes naast elkaar. Koud. Wel veel applaus. Maar dat is het ook wel zo’n beetje. Burgemeester Hayo Apotheker gaf al een voorproefje bij de presentatie van het Sneekweekprogramma. Zo blij dat er in lege zaken weer winkeltjes komen. En we kunnen daar nu ook heel goed komen, want we hebben nu om de honderd meter een bruggetje. En we hebben zo’n gezellig centrum. Enzovoorts.
De vlootschouw is ook al vervroegd. Die begint als het nog licht is. Die vlootschouw was toch altijd zo mooi omdat het in het donker was. Niet meer. Want zeiden de horeca jongens, dan kan iedereen tenminste op tijd de kroeg in, en kunnen de kinderen ook nog mee. Daar gaat het dus allemaal om. Het is Sneek Promotion en de gemeente hard ingepompt. De Sneekweek is van de horeca. Hun bestaan is opgehangen aan de Sneekweek. De rest van het jaar is pure winst.
Maar stel u gerust, er is niets veranderd. Een groot aantal jaren geleden hoorde ik zo’n roodbroekige Sneekweekzeiler op een ochtend zeggen: “gisteravond toch zo heerlijk met de jeneverfles gestoeid…..”. Daar is het huidige Sneekweekprogramma nog steeds op gebaseerd.
Museaplan
Het is mooi dat de gemeente Súdwest-Fryslân een taak heeft gevonden voor het Bolswarder stadhuis. Het is lelijk dat je midden in een stadje zo’n eerbiedwaardig, maar ook leeg stadhuis hebt staan. Er stonden natuurlijk vroeger altijd veel antieke gebouwen leeg overal. Tegenwoordig wil je dat er meer in zo’n leeg gebouw gebeurd, dan er vroeger ooit gebeuren kon. Dat is voor het Bolswarder stadhuis niet zo moeilijk. Ja, Stef de Haas en Babs Hollander hebben nog even tegen de muren aan geschreeuwd. Maar daar hebben we alleen om gelachen. Niets van opgestoken. En nadat Wiegel de zuivelschool uit Bolsward had gepeuterd vanwege zijn herenakkoord met Groningen, gebeurde er daar nooit meer wat.
En nu gaat de gemeente Súdwest-Fryslân er een historisch centrum in vestigen. Maar in 2014 was toch gezegd dat er drie Bolswarder musea en de bibliotheek in gevestigd zouden worden? Doorlezend blijkt dat het hetzelfde is. Het heet alleen maar ineens historisch centrum. Dat is nog eens een stukje upgrading. Verder doet het woordje up geen dienst. In 2014 kwam de boodschap dat het er allemaal zou komen, het is er nu nog niet. Op 21 mei begint het Gysbert Japicxjier. Zijn vader ontwierp yn 1614 het Bolswarder stadhuis, dat in 1617 gereed kwam. Wat zou het mooi geweest zijn in het jaar van de heit fan it Frysk in de schepping van zíjn heit te vieren.
Zou er intussen al iemand gedacht hebben over wat er met het Gysbert Japicxhûs aan de Wipstraat moet gebeuren? Of waar die andere interessante instellingen hun tehuis hadden? Dat horen we niet. We weten sowieso niet zoveel van wat het gemeentebestuur op cultureel gebied denkt, zal doen en nooit zal doen. Op zichzelf is zo’n bericht over historisch centrum Bolsward ook een steek in de rug van Hindeloopers en Workumers. Ook al van die eeuwenoude stedelingen. Die niettemin hun eigen moderne eigentijdse druk bezochte musea hebben. Workum het Jopie Huisman, Hindeloopen de schaatsers. Die het nog altijd zonder gemeentelijke steun moeten doen. En dat zou toch mooi staan in een gemeentelijk museaal plan, dat even verder kijkt dan Gysbert Japicx.
Zeikpraat
De gemeente Súdwest-Fryslân, zeg maar Sneek, heeft een uiterst vreemd kroegenbeleid. Ze hebben het overigens over horeca. Voor de stad die het gezelligste centrum van Fryslân heeft, is dat wel curieus. Maar er zal geen enkele moeite worden gedaan om de oude Stadsherberg weer in het leven te roepen. Dat was toch een prachtige entree van dat gezellige centrum geweest. Tegelijk eerbiedwaardig. Die Stadsherberg was immers al van 1843. Het verleden druipt er van af. Er is zelfs actie gevoerd door de Sneker bevolking om de gemeente te bewegen het pand te behouden en weer in ere te herstellen. Ze zeggen nu dat het zo verrot is dat het afgebroken moet worden.
Ik was laatst even in Brugge. Een uiterst gezellige stad met een werkelijk prachtig en historisch maar niet achtergebleven centrum. Toen we er naar vroegen vertelde een oude Bruggenaar ons dat het oude Brugge bleef bestaan omdat de stad lang een armoedige periode had gekend. Zodoende werden er in die geen verwaarloosde oude gebouwen afgebroken en dan vervangen door moderniteiten. Van dat (armoedige) beleid plukt het Brugge van nu nog de vruchten van.
In Sneek zijn we te rijk. Zelfs de provincie Fryslân schuift achteloos drie ton af om die oude Stadsherberg, of liever dat Boumapand, af te breken. Dat afbreken is namelijk heel duur omdat die lui die eertijds in de herberg zaten de grond wel ernstig vervuild hebben. Ze moesten waarschijnlijk nog in een hoekje van de tuin piesen.
Maar wat was het mooi geweest dat nu je het oude beeld van Sneek daar al zo hebt verwoest met een te moderne rotonde, vol af- en aanschuivend en constant doorschuivend verkeer, als dat weer was opgeluisterd met die Oude Stadsherberg. Desnoods met een ingebouwd modern toilet. Je hoeft ook niet te overdrijven.
Als de raad niet tegensputtert dan koopt de gemeente toch een kroeg. De Albatros aan de Somerrakpromenade. Maar dat verbouwen ze dan ook voor een klap geld. Daar komen vier ambtenaren te zitten. En verder worden het de toiletten voor de watersporters die die gezellige stad Sneek opzoeken. En die moeten net als vroeger nog steeds even zeiken.
Kaalslag
In het vroege voorjaar heeft de gemeente Súdwest-Fryslân in klasje vandalen losgelaten. En in paar weken tijd waren er geweldige rijen bomen in het toch zo prachtig gevarieerde landschap van onze gemeente omgehakt. De bevolking keek argwanend toe. Belden naar het gemeentehuis. Daar bleek dat het allemaal volledig democratisch gegaan was. Dat de inwoners best hadden kunnen weten dat die bomen gekapt zouden worden. Ergens is het gesmoord in de overleggen tussen dorpscoördinatoren en besturen van dorpsbelangen. Je kunt ook zeggen dat de journalistieke jongens van Groot Sneek het niet tijdig uit de raadstukken hebben geplukt. En je moet natuurlijk al die partijen, die zeggen op te komen voor de belangen van hun kiezers, ook niet vergeten. Maar ja, als je een wel-of-niet AZC moet afwegen tegen een iep, tsja.
Dat denk ik overigens allemaal maar. Ik weet dat helemaal niet. Ik kijk net als iedereen niet in raadstukken of er ook ergens een boom wordt omgehakt. Ik zie enkel dat bomen omgehakt worden. Dan kan ik al niks meer, want ik kan nog zo graag die boom daar willen houden, maar om is om. Doodzonde. Maar voor de gemeente wel zo handig, want onderhoud aan bomen is duurder dan kappen. En als je financieel bijna kaal bent, wil je dat je gemeente er ook zo uit ziet.
Nu hebben we hier een raad die heel erg openstaat voor de geluiden die uit de inwoners komen. En hier en daar werd natuurlijk wel wat gemord over die het bomenvandalisme van de gemeente. En gewaarschuwd dat onderhoud van onkruid in die boomloze stroken net zo duur is als onderhoud van bomen. Er komen dus bodembedekkers. 40.000 planten en siergrassen werden aangekocht. Smeerwortel. Kattenkruis. Duizendknop. Zonnehoed. We moesten wel even googelen om te checken wat dit allemaal is. Ûnfrysk. Maar wel onderhoudsvriendelijk, ze smeren zelf hun kruis. Kleurrijk ook. Vlindertjes komen er op los. En bijen. Bijen? Van die zoemdingen? Ja, Súdwesthoekse bermen vol zoemende en stekende dingen. Ja, ze zijn heel nuttig, maar we vinden ze ook wel heel vervelend. En dat had de gemeente nou ook met bomen.
Witmarsum
Het overleden D66 Kamerlid Gerrit Ybema, werd in 1945 geboren in Witmarsum. Tien jaar later kwamen er nog twee gisse jongetjes uit de Witmarsumse rode kool. Hans de Boer, eerst de man van het MKB nu voorzitter van de VNO/NCW en Doekle Terpstra, eerst de man van het CNV, nu hoger onderwijs man. Ze kenden elkaar alle drie van het Haagse circuit. Gerrit is dood, Hans rijk en Doekle druk. Ze komen niet of weinig meer in Witmarsum.
Toch zou het goed zijn, dat ze het nu wel deden. De bevolking van Witmarsum weet het niet meer. De gemeente wil er wel een AZC bouwen op de plaats waar eerder ook al een AZC was. Het COA herkent het enthousiasme van destijds nog. Dus 300 man zei het COA. Dan gaan 300 van de 1700 Witmarsumers even achter het klooster staan. Apotheker kijkt en dwingt het COA tot 200. Ja als actie zo eenvoudig kan zijn, moeten we dan niet meer doen. Want afgezien van hoe je over vluchtelingen denkt, dorpen vinden AZC’s al gauw te groot opgezet. En als 300 op 1700 mensen veel is, dan is 200 dat ook.
Witmarsum discussieert. Daar zouden Gerrit, Hans en Doekle mee kunnen helpen. Ze zouden het ook niet eens zijn. Gerrit zou 300 zeggen, Hans wil geen vluchtelingen en Doekle zou dus een wazig tussenins verhaal hebben. Precies zoals de bevolking van Witmarsum nu ook reageert. Om nog maar te zwijgen over die projectontwikkelaar, die het AZC wil bouwen als hij de kerk maar mee mag nemen. Hij loopt geld verdienend voor COA en gemeentes uit.
In Witmarsum staan momenteel 36 woningen te koop. Krimpdorp. Geen vlag en wimpel overgehouden van de harmonieuze wijze waarop vijftien jaar geleden opvang werd geregeld. Van onderen op, al hadden de WItmarsumers veel steun bij de wethouder Karel Helder. Die nu het COA veroordeelt voor de werkwijze van bovenaf.
Witmarsum denkt na. En komt tot de conclusie dat ze het wéér gaan doen. In de orde van die andere twee beroemdheden die in Witmarsum werden grootgebracht en zo boordevol liefde voor de rest van de wereld zaten. Pim Mulier en Menno Simons.
Don Quichotte
Als je echt strijd tegen windmolens op je erf wilt voeren, moet je zorgen dat er voldoende anderen met je mee doen. Anders verlies je het. Súdwest-Fryslân gaat het verliezen, want voor alle anderen is een kwak molens in de Zuiderzee de enige uitkomst. Die mensen wordt aangeraden in het donker eens in de buurt van Woudsend te rijden, dan zie je de windmolens bij de Noordoostpolder in het donker knipperen alsof je naast een vliegveld woont. Maar goed, de ondernemers in Makkum hebben al plannen met windmolens als horizon, Hindeloopen bedenkt een eiland, Workum begint ook te schreeuwen. Dus de gemeente zal voldoende macht moeten hebben om de zaak uit elkaar te knuppelen en één samenhangend IJsselmeerkustbeleid in te voeren.
Dus ging wethouder Maarten Offinga eens op de dijk staan bij Makkum. Hij keek hoe het allemaal daar zal worden. Hij zag ook de Afsluitdijk. Was er vorige week niet iets met die brug bij Kornwerderzand? Ze gaan toch die hele dijk opknappen? En in eens zag Offinga het licht. Hij ging terug naar het gemeentehuis en zei dat hij een verhaal wilde vertellen.
Als we naar het strand van Egmond gaan, omdat Makkum te klein is, staan we op de terugreis nog vier jaar voor die kapotte brug. Ongeveer dan pas dan gaan ze aan het werk met de nieuwe Afsluitdijk. En Offinga vertelt nu dat het maken van die nieuwe dijk in al z’n facetten 450 arbeidsplaatsen gaat opleveren aan de gemeente Súdwest-Fryslân. ????? Offinga legt uit. Dan laten we al die kleine ondernemers bij ons een bidbook maken en dat bieden we dan aan de hoofdaannemer aan en die pakt ze er dan zo weer uit. Hoppa.
Tsja. Offinga gaat er dus al vanuit dat we niet net als in 1932 zelf het hoofd gaan aannemen. Dat we afhankelijk zijn van de bereidheid van “buitenlandse” hoofdaannemers om een Fries bidbook te lezen, maar waarvan wij allang weten dat ze hun onderaannemers al lang hebben klaarstaan. Je moet positief zijn: optimisme niet altijd tegenhouden. Maar een Don Quichotte op de Makkumer dijk wel.
School verlaters
Er werd vrolijk feest gevierd op de scholen in het zuid westen van de provincie Fryslân. Gebak en champagne, omdat 170 schoolkinderen hun school eerder verlieten dan dat ze een diploma kregen. Merkwaardig genoeg bleek dat namelijk gemiddeld het laagste cijfer te zijn van heel Nederland. Dus trokken de media massaal naar het gemeentehuis van Súdwest-Fryslân om eens bij de wethouder te beluisteren hoe zij er nu voor zorgt dat Sneek, Joure en Wommels de bêste lannen fan ierde zijn. En Gea Akkerman had het antwoord klaar: samenwerking! Samenwerking? Ja, samenwerking tussen gemeente en scholen. Dus de kinderen in onze regio vinden het zó prettig dat de gemeente samenwerkt met de scholen dat ze dan nog wel even langer in de schoolbankjes blijven zitten. Wij zoeken elkaar op, zei de wethouder trots. Het betekent denkelijk dat een gemeenteambtenaar en iemand van de school de dubieuze gevallen opzoeken en dan constateren: ooh die kennen we. We kennen elkaar hier allemaal. Syn heit woe ek noait, dat sil dizze ek wol ha. Er zitten bijna 3000 kinderen op de Friese Poort, maar we kennen ze. Nou, en dan gaan de ambtenaar en schoolfrik samen zeggen: aah toe nou ju, blijf nog even zitten, dan zijn wij tenminste eerst in Nederland. Ach en er is in deze tijd niet zoveel meer te doen in de horeca, dus zo nu en dan bleef eentje op school. 170 gingen weg.
Maar toen kwam er iemand van een ministerie en die zei: nou dit convenant dat gemeente en scholen hebben getekend om samen te werken, dat gaan we nog een met een jaar verlengen. Omdat jullie het zo goed doen. Dus wij gooien er geld in dat er niet één maar twee mensen op zoek kunnen naar dubieuze gevallen en dan roept iedereen dat ze samenwerken en dan zijn er volgend jaar nog steeds zo’n 170 kinderen die eerder van school gaan dan van hen verwacht wordt en dan blijft het gemiddelde analfebetisme aardig hoog in Fryslân. En toch: investering met een jaar verlengd. Hoera hoera.
En dan?
Bryfke
Achte hear Hayo Apotheker. Komselden rjochtsje ik my oan jo adres yn myn memmetaal. Jo kamen eartiids nei Ljouwert fan de Grinzer kant, sokken moat je wat heine. Jo haffelje tsjintwurdich wolris wat Frysk tsjin my, mar dan tink ik: o sa moedich, mar it hoecht net, want ik wol graach begripe wat je sizze. En de echte Friezen bin no ienris yntellingenter as de measte lju: wy kinne in taal mear.
Derfandinne, achte Hayo, moat ik jo histoarysk wat útlizze. Op de Fryske wetters fearen Fryske skippers en fiskers. Dy tsjutten de farwetters dan, at se alris wat tsjin elkoar seinen, yn it Frysk oan. De feart njonken de dyk dêr waard gewoan de Dyksfeart. Jo hienen dus ek gjin priisfraach útskriuwe hoegd foar de namme fan de feart fan de Wâldfeart nei de Geeuw, dat is gewoan de Dyksfeart. Mar ja, jo ha der de Slûpfeart fan makke, wylst elk gewoan sjen kinne dat je der farre,
Jo soene my al hast ferbetterje. Ja, it gebied om de Wâldfeart hinne, hjit Woudvaart. Dat mei. Elkenien bepaalt syn eigensinnichheden. Inkel oer wetter kin jim gjin eigensinnichheid ha. Wetter is frij. Mare Librum. En de provinsje Fryslân hearde inkel dy preuveljende skippers en fiskers, doe´t se foar it meitsje fan in kaart fregen nei de nammen fan wetters. Takomstige taalwûnders waarden net heard.
Dus achte Hayo, it is gewoan Snitsermar. Ja, jo ha ek jo frijheid, jo meie bêst Sneekermeer sizze, dan witte wý wol dat jo de Snitsermar bedoele. Mar dêrtroch feech je de Snitsers yn in rare taalknoop. Der is foar harren nammentlik mar ien mar op de wrâld, dus sizze se dan: dé meer. Net het meer, of de mar. Nee, dé meer. Ik begryp dat jo der mei sneekermeer by oanheakje woene, mar dat is dus mis.
Boppedat achte Hayo, leit de Snitsermar yn de gemeente Marrelân. Dy neame harsels Fryske Maren, as soene se dy allegear ha. Mar se ha de Snitsermar no krekt wol. En dy gemeente hat twa FNP wethâlders. Dus it is net frjemd dat dy jo no op de fingers tikje foar dat sneekermeer. Ien fan de weinige kearen dat se dêr gelyk ha.
Falliet
De gemeente Súdwest-Fryslân koerst lijnrecht af op een faillissement. Dat zei de gemeenteraad en die lui hebben er voor doorgeleerd. Nee hoor, zei wethouder Maarten Offinga, verwonderd over deze aanval. Wij staan nog niet eens onder toezicht van de provincie Fryslân, zoals Heerenveen. Maar zelfs zijn eigen onderhorigen van het CDA fronsten de wenkbrauwen. Want Súdwest-Fryslân doet hetzelfde als de voetbalclub Heerenveen. Die verkopen een speler voor een paar miljoen en hup dan is de begroting weer rond. Maar ze maken wel elk jaar een exploitatieverlies. Dat heeft Súdwest-Fryslân ook, maar omdat ze volgend jaar aandelen van Enixis gaan verkopen, houden ze (we dus) het droog. Nu lopen die aandelen wel goed, en ik weet niet beter dat je ze dan moet houden. Maar goed, de begroting is natuurlijk ook nog heilig. Nou ja, dan moet er nog eens vier miljoen bezuinigd worden. Maar we helpen de burger wat minder, en die mag zelf zeggen wat wel wat minder kan. En we donderen er nog wat ambtenaren uit en hup, dan zijn die centen ook weer binnen.
Dat ging de raad iets te eenvoudig. Verkeerd optimisme en grootspraak willen we niet meer horen van wethouders zei de gemeenteraad van Súdwest-Fryslân giftig, de buik vol van de twitters van de wethouders die voorbij schieten over zaken die goed gaan.
O jee. Discussie. Ruzie. Wantrouwen. En het huwelijk is er nog maar sinds 2011. En dan nu reeds dat gedoe. Poe. Dat komt niet goed.
Dat komt het zeker niet. Want intussen zijn er mensen aan het rekenen geweest en die kwamen daar met toekomstvoorspellingen uit tevoorschijn. En ik weet wel dat de uitkomsten van dat soort dingen altijd anders zijn, maar het plakt je wel een etiket op. En het etiket voor Súdwest-Fryslân is dat het last gaat krijgen van krimp. En gemeenten als Leeuwarden, Smallingerland en verdorie ook Fryske Marren krijgen dat etiket niet. Omdat zij vooruitzichten hebben op meer werk en Súdwest-Fryslân niet.
Er wacht ons Súdwesterlingen een vreselijk lot. Failiet. Krimp. Vertaald: geen geld meer, geen mensen meer en geen werk meer. Maar gelukkig hebben we dan nog wethouders die brallen dat het zo verschrikkelijk goed gaat met de gemeente.
Naast geschoten
Sneek is een voetbalstad. Hoewel dat historisch ook al het geval was, hoeven we nu alleen maar naar ONS en WZS/Sneek te kijken, dan weten we dat het leeft. Ik hoor daar elke week heerlijke verhalen over. Prima.
Omdat de Leeuwarder Courant nog altijd van stoken houdt, kunnen we daar nu steeds lezen dat de ambitie van Sneek veel groter is in de voetbalwereld. Het schijnt dat er een groep Sneker mannen is, die stiekem ´s nacht bijeenkomen en dan gezamenlijke onvrede ventileren over het beleid van SC Heerenveen. Dat is natuurlijk legitiem, ware het niet dat al deze lieden óf vrijwillig, óf professioneel verbonden zijn aan diezelfde voetbalclub SC Heerenveen. Weliswaar in een ingewikkelde structuur waarbij er onvoldoende duidelijk is wie nu eigenlijk de eindverantwoordelijkheid heeft, maar toch….. Dan ben je indertijd wél in een constructie gestapt die je zelf niet eens goed begrijpt. Vraag dat dan eerst. Dit soort revoluties achter de schermen telt alleen maar verliezers. Maar alla, het mag allemaal, iedereen mag zeggen wat hij vindt.
Waar ik mee zit is echter dat het een Sneker groep is. Wat maakt Snekers anders dan andere gewone mensen. Hebben Groot Snekers meer verstand van het leiden van een voetbalclub dan andere gewone mensen? Of is Sneek ineens de nieuwe hoofdstad van Fryslân-zonder-Leeuwarden geworden, die het alleen voor het zeggen wil hebben in de Friese voetbalclub. En ik hoor alleen maar dat een aantal huidige bestuurders bij SC Heerenveen niet goed zou functioneren, maar ik hoor niet hoe WZS/ONS/Heerenveen straks de titel in de eredivisie weg zal halen. En hoe het bloeiend gezond bedrijf gaat worden. Of steken ze er het in de Sneekweek verdiende geld in het vervolg in. En bouwen ze dan een nieuw stadion hier in Sneek. Bijvoorbeeld naast het crematorium, waar het Friese voetbal tot leven kan komen maar eventueel na een paar jaar ook weer opgestookt.
Merkwaardig dat een aantal lieden, waar onder mensen die jaren niet door dezelfde deur konden, nu gemeenschappelijk de ellebogen slijpen. Dat kan alleen maar betekenen dat ze op eigen gewin of status uit zijn. Dat mag. Maar niet onder het spandoek Sneek.
Markant
De gemeente Súdwest-Fryslân wordt makelaar. Straks als de vuurwerkschoten op oudejaarsavond klinken, staat er al een groep mensen klaar. Die gaat zo snel mogelijk de gemeente rond en vraagt: staan hier ook nog lege markante, karakteristieke, historische panden. Mochten mensen weten wat het criterium markant is, dan knikken ze. Die zijn er wel. Want Groot Sneek staat op nul, maar in feite is dat stilstand, dus krimp. Die mensen geven dus aan waar scholen staan, die niet meer gebruikt worden. Of kerkgebouwen waar ze met de Kerst net nog geweest zijn voor een slokje wijn, eventjes, maar verder komen ze er ook niet. Ruim die ook maar op. Ook anderszins zijn er markante panden die niet meer gebruikt worden. Zo heeft een plaats als Woudsend altijd nog altijd twee hele grote eenheden van de oude verzekeringsmaatschappij ASR. Leeg. Lelijk, maar markant lelijk. Wie wil in hemelsnaam die rommel hebben.
Maar dan komt het. Die commissie gaat handelen in die gebouwen . Ze noemen dat niet handel, ze gaan praten met eigenaren en met eventuele kopers. Maar dat is handel. Ze gaan overigens ook praten met de mensen die er omheen wonen. Want je kunt niet zomaar zes vluchtelinggezinnen in een oude school zetten. Of een hoerentent in het ASR gebouw. Daar moeten wij ook wat van vinden.
Prima dat de gemeente zich zorgen maakt om al dat spul dat daar maar staat te verkommeren. Leefbaarheid is een groot goed. Maar ze nemen daarbij ook zomaar de verantwoordelijkheid. De eigenaren van scholen en kerken zuchten verlicht. De gemeente regelt het wel. En als ze de prijs niet helemaal krijgen bij een bedrijf wat er wel in wil, ach dan legt de gemeente vast wel wat bij. Denken ze. Daarom denkt de gemeente misschien ook wel dat zij beter makelaar zijn dan de jongens die er voor hebben doorgeleerd.
Verhip. Er staat ook in IJlst een markant gebouw leeg. Nou ja, straks dan. Dat gemeentehuis van Wymbrits. Dat zou zo verkocht worden zeiden ze, toen ze de ambtenaren dwongen naar Sneek te gaan. Maar als dat wat moeilijk loopt kunnen ze altijd nog zeggen dat die lijst van die commissie ook zo verrekte lang is.